Deze visualisaties tonen het geschatte percentage laaggeletterden in de geselecteerde regio of gemeente.
De geletterdheid van personen tussen de 16 en 65 jaar is vastgesteld aan de hand van hun scores (schaal 0 - 500) in het PIAAC-onderzoek. Hierbij is een score van 225 of lager als laaggeletterd geclassificeerd, met een uitsplitsing naar mild laaggeletterden (scores van 225 tot en met 200) en sterk laaggeletterden (scores lager dan 200). De huidige definitie van laaggeletterdheid omvat niet de groepen laaggecijferden en mensen met lage digitale vaardigheden.
Aandeel inwoners met beperkte basisvaardigheden in dit gebied
Deze visualisaties tonen welk percentage (dit is een schatting) van het aantal laaggeletterden in de regio of gemeente binnen de betreffende doelgroepen valt.
De geletterdheid van personen tussen de 16 en 65 jaar is vastgesteld aan de hand van hun scores (schaal 0 - 500) in het PIAAC-onderzoek. Hierbij is een score van 225 of lager als laaggeletterd geclassificeerd, met een uitsplitsing naar mild laaggeletterden (scores van 225 tot en met 200) en sterk laaggeletterden (scores lager dan 200). De huidige definitie van laaggeletterdheid omvat niet de groepen laaggecijferden en mensen met lage digitale vaardigheden.
Werksituatie inwoners met beperkte basisvaardigheden
A. Ouderen, werkend, met Nederlandse achtergrond, met partner en kinderen
De mensen in deze groep zijn 50 tot en met 65 jaar. Ze hebben een partner en kinderen. Uit eerder onderzoek weten we dat ze vaak werken in de facilitaire dienstverlening, schoonmaak, productie, landbouw en horeca. Beroepen die in deze groep veel voorkomen zijn: schoonmaker, productiemedewerker, assemblagemedewerker of hulpkracht in de bouw, industrie, horeca en landbouw.
B. Ouderen, niet-actief, met Nederlandse achtergrond, met partner en kinderen
De mensen in deze groep zijn 50 tot en met 65 jaar. Ze hebben een partner en kinderen. Deze groep werkt niet en bestaat vooral uit mensen die met vervroegd pensioen zijn, of arbeidsongeschikt. Mogelijk geldt voor deze groep dat hun vaardigheden achteruitgaan, omdat ze die minder gebruiken. Ze lazen bijvoorbeeld wel toen ze werkten, maar nu niet meer. Dan kan de leesvaardigheid verslechteren.
C. Tussen 30 en 50 jaar, werkend, met Nederlandse achtergrond, divers qua partners en kinderen
In deze groep zitten mensen met en zonder partner en kinderen. Net als doelgroep A werken ze vaak in de facilitaire dienstverlening, schoonmaak, productie, landbouw en horeca.
Gezinssituatie inwoners met beperkte basisvaardigheden
A. Ouderen, werkend, met Nederlandse achtergrond, met partner en kinderen
De mensen in deze groep zijn 50 tot en met 65 jaar. Ze hebben een partner en kinderen. Uit eerder onderzoek weten we dat ze vaak werken in de facilitaire dienstverlening, schoonmaak, productie, landbouw en horeca. Beroepen die in deze groep veel voorkomen zijn: schoonmaker, productiemedewerker, assemblagemedewerker of hulpkracht in de bouw, industrie, horeca en landbouw.
B. Ouderen, niet-actief, met Nederlandse achtergrond, met partner en kinderen
De mensen in deze groep zijn 50 tot en met 65 jaar. Ze hebben een partner en kinderen. Deze groep werkt niet en bestaat vooral uit mensen die met vervroegd pensioen zijn, of arbeidsongeschikt. Mogelijk geldt voor deze groep dat hun vaardigheden achteruitgaan, omdat ze die minder gebruiken. Ze lazen bijvoorbeeld wel toen ze werkten, maar nu niet meer. Dan kan de leesvaardigheid verslechteren.